‘Ik wil een bruggenbouwer zijn’
Eigenlijk wilde hij luchtmachtpiloot worden, maar zijn keuze viel uiteindelijk toch op het priesterschap. Met dank aan Nederlandse S.M.A.-paters, van wie hij sommigen al van kinds af aan kent. Sinds een paar maanden woont pater Fabian Gbortsu S.M.A. in het Missiehuis in Cadier en Keer. ‘We zoeken nieuwe wegen voor de missionaire presentie van de S.M.A. in Nederland.’
Fabian Gbortsu (55) komt uit Ho in de Volta Region in Ghana. Een gebied waar Ierse, Franse, maar vooral Nederlandse S.M.A.-paters lange tijd actief zijn geweest. “Pater Theo Brockhoff heeft mij gedoopt,” vertelt Gbortsu. “In die tijd was Mgr. Konings de bisschop van ons bisdom. Later heb ik bij pater Wim Frankenhuijsen op school gezeten. Ook de paters Jos Pijpers, Frans Mulders en Gerard Noom ken ik nog uit Ghana en nu kom ik ze weer hier in Nederland tegen. Met pater Mulders kan ik zelfs mijn eigen taal spreken.”
Dat hij ooit naar Nederland zou gaan, is dus misschien niet zo verwonderlijk. “Toen ik in 2010 in Frankrijk studeerde, ben ik al een keer in het Missiehuis in Cadier en Keer op bezoek geweest,” vertelt hij. “Ik kon toen niet weten dat ik hier zou komen wonen.” In het najaar van 2023 heeft Gbortsu zich bij de communiteit in het Missiehuis aangesloten. Om de continuïteit van de S.M.A. in Cadier en Keer te waarborgen.
Zijn eerste opdracht is de taal leren. Hij volgt daarvoor een cursus aan de universiteit in Maastricht. “De taal leren, is ontzettend belangrijk om deel van de gemeenschap te kunnen worden,” zegt hij. “Het eerste wat de Nederlandse missionarissen deden toen ze naar Ghana kwamen, was onze taal leren. Dus het is voor mij heel vanzelfsprekend dat ik nu Nederlands leer.” Eenvoudig is dat overigens niet, want buiten de les om is er weinig gelegenheid om te oefenen. “Hier in huis spreekt iedereen als vanzelf Engels tegen me. Maar op straat of in de winkel kan ik me inmiddels een beetje redden. Soms begrijp ik zelfs waar de preek van de confraters over gaat,” zegt hij met een twinkeling in zijn ogen.
Het had niet veel gescheeld of Gbortsu was helemaal geen pater, maar piloot geworden. “Als kind was ik zeer onder de indruk van vogels,” vertelt hij. “Ik vond het geweldig dat zij konden vliegen. Dat wilde ik ook wel. De enige manier om dat te kunnen doen, was piloot worden. Op de middelbare school leerde ik de S.M.A.-missionarissen kennen. Ik ontdekte dat zij hun land verlaten hadden om het geloof uit te dragen. Toen ik dat eenmaal doorhad, wist ik dat ik dat ook wilde: de wereld ingaan om anderen iets te geven.”
Gbortsu studeerde vervolgens filosofie in Ghana, deed een spiritueel jaar in Benin, verdiepte zich in Egypte in het Arabisch en in de islam, om uiteindelijk in Ivoorkust z’n theologiestudie af te ronden. In 1999 werd hij priester gewijd. Dit jaar dus 25 jaar geleden. Deze zomer viert hij zijn zilveren priesterjubileum in Cadier en Keer. “Die studie Arabisch heb ik gedaan, omdat er een grote kans was dat ik uitgezonden zou worden naar gebieden waar ik met de islam in contact zou komen.”
Dat is inderdaad ook gebeurd. De eerste jaren na zijn priesterwijding ging Gbortsu als basispastor aan de slag in het noorden van Nigeria, een regio die momenteel zwaar getroffen wordt door het geweld van moslimextremisten. “Nu is het er levensgevaarlijk,” vertelt hij. “Maar in die tijd kon je er als priester nog wel werken. Ik had mijn baard laten staan om een beetje op een moslim te lijken en als ik langs road blocks moest, groette ik iedereen vriendelijk met ‘salam alaikum’. Dan lieten ze je verder met rust.”
Na vijf jaar werd hij overgeplaatst naar Kenia in Oost-Afrika. Tussen 2007 en 2010 volgde hij een aanvullende studie in Frankrijk, om vervolgens weer vijf jaar in Kenia te gaan werken. Tussen 2015 en 2021 werkte hij in Ivoorkust en daarna weer twee jaar in zijn geboorteland Ghana, voordat hij eind vorig jaar naar Nederland kwam. “In die jaren heb ik vooral als leraar gewerkt,” legt Gbortsu uit. “Ik heb religiestudies gestudeerd en heb aan verschillende katholieke universiteiten moraal in Afrikaanse godsdiensten gedoceerd.”
Volgens Gbortsu is het belangrijk om die moraal te doorgronden om iets van Afrika te kunnen begrijpen. “De gemeenschap is in traditionele Afrikaanse godsdiensten extreem belangrijk. De westerse filosofie gaat uit van Descartes: ‘Ik denk dus ik ben’, terwijl de Afrikaanse filosofie gebaseerd is op het idee van ubunti: ‘Ik ben, omdat wij zijn’. Als je dat verschil niet snapt, kun je de Afrikaanse cultuur nooit begrijpen.” Zelf is hij katholiek opgevoed, maar ook door en door bekend met de traditionele Afrikaanse cultuur. “Als ik in de toekomst er iets aan kan bijdragen dat Nederlanders en Afrikanen elkaar beter gaan begrijpen, dan wil ik dat graag doen.”
Ook op pastoraal gebied wil hij zich graag inzetten, bijvoorbeeld voor de parochies in de omgeving van Cadier en Keer. Voorlopig woont hij in het Missiehuis. De overgang van een leven als docent aan een universiteit naar een tehuis voor oudere paters en zusters is wel groot, erkent Gbortsu. “Het is nu eenmaal de realiteit dat de Nederlandse paters ouder worden. Er is behoefte aan voortzetting van de S.M.A. In Amsterdam zijn inmiddels vernieuwingen in gang gezet en ik ben gevraagd om voor een doorstart in Cadier en Keer te zorgen. Ik zie mezelf vooral als een bruggenbouwer tussen de oudere generatie en de S.M.A.-nieuwe stijl.”
Wat die nieuwe stijl gaat worden, weet Gbortsu nog niet. “Ik zie allerlei kansen. Veel Nederlanders gaan op vakantie in Afrika, misschien kunnen we ze voorbereiden op de Afrikaanse cultuur. En aan de universiteit in Maastricht studeren heel veel studenten uit tal van landen. Wellicht kunnen we iets met studentenpastoraat. Zelf houd ik heel erg van de levendige Afrikaanse liturgie, daar zou ik hier ook graag iets mee doen. Maar eerst de taal leren. Dat is vooralsnog het belangrijkste.”