Jos Pijpers

Jos Pijpers neemt afscheid als provinciaal-overste

‘Het missionaire elan blijft’

Pater Jos Pijpers S.M.A. (80) neemt deze zomer afscheid als provinciaal-overste van de S.M.A. in Nederland. De afgelopen 24 jaar maakte hij onafgebroken deel uit van het bestuur van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën. Eerst twee periodes als provinciaal, toen een aantal jaren als econoom en vervolgens weer als provinciaal én econoom. “Het is niet gewoon tijd dat ik vervangen word, maar hoog tijd,” zegt hij lachend.

Hoewel Pijpers aan het afbouwen is, heeft hij het voorlopig nog ‘druk, druk, druk’. Zijn twee bureaus in het Missiehuis in Cadier en Keer liggen bezaaid met papieren en brieven waar nog iets mee moet. “Ik ben altijd maar gewoon doorgegaan, van de ene dag naar de andere,” zegt hij. “Maar ik heb alle vertrouwen in de mensen die het straks gaan overnemen.” Dat ‘straks’ is half juli, als de driejaarlijkse Provinciale Vergadering wordt gehouden. Pijpers is dan niet meer herkiesbaar als provinciaal en zal zijn taken overdragen. Vermoedelijk aan een van de confraters uit Ghana die afgelopen jaren naar Nederland is gekomen. “Wij kennen consultatieve verkiezingen. Dat wil zeggen dat de leden van onze provincie hun stem uitbrengen, maar dat het generaal bestuur op basis van de uitslag bepaalt wie er zitting nemen in het nieuwe provinciaal bestuur.” De uitslag daarvan wordt tijdens de provinciale vergadering bekend gemaakt. Pijpers zal dan na bijna een kwart eeuw zijn taken overdragen.

U werkte als missionaris op de Filippijnen toen u in 2001 teruggeroepen werd om provinciaal in Nederland te worden. Hoe vond u dat?
“Na mijn priesterwijding heb ik zeventien jaar in Ghana gewerkt als bouwpastoor en als administrator van een ziekenhuis. Daarna ben ik veertien jaar op de Filippijnen geweest. Daar heb ik ook een parochie mee helpen opzetten en was ik een tijdlang rector van het S.M.A.-seminarie. Ik was dus gewend om eens in de zoveel jaar aan iets nieuws te beginnen. Maar dat mijn Nederlandse confraters mij tot provinciaal zouden kiezen, had ik totaal niet verwacht. Later ben ik ook econoom geworden en toen pater Huisman overleed, heb ik de administratie van de Bresillac Foundation van hem overgenomen. Dat is een fonds waarmee we missie-initiatieven ondersteunen. Vorig jaar hebben we voor zo’n 130.000 euro aan kleine projecten kunnen doneren. Gelukkig hoef ik dat niet allemaal alleen te doen. We hebben heel goede financiële adviseurs die ons daarbij helpen.”

Wilde u iets bereiken toen u provinciaal werd? Had u een bepaald doel voor ogen?
“Bij mijn aantreden was de situatie van de Nederlandse S.M.A. heel anders dan nu. We hadden redelijk wat leden die inzetbaar waren. In Afrika, maar ook in parochies in Nederland en in het bisdom Aken. Ook waren er destijds meer lekenmissionarissen in Afrika actief dan nu. We waren ons er wel van bewust dat we in aantal zouden afnemen, maar we waren toen zeker niet bezig met afbouwen. Het Missiehuis in Cadier en Keer was destijds helemaal bezet met S.M.A.-paters en O.L.A.-zusters. Vlak daarna zijn de eerste leken hier komen wonen en werden we snel kleiner. Op dit moment bestaat onze provincie uit zeventien Nederlandse leden en vijf buitenlandse.”

U hebt 24 jaar in het bestuur gezeten. Hoe was het om al die jaren met afbouwen te zijn?
“Dat woord gebruik ik zelden. Want het is geen kwestie van afbouwen, maar van veranderen. De bestaande structuur was niet in stand te houden. Daarom hebben we het Missiehuis verkocht. Maar er komen nieuwe dingen voor terug. S.M.A.-ers uit Afrika en de Filippijnen zetten ons werk in Nederland nu voort. Daar zijn we heel blij mee. Ze doen het heel goed. Ik heb het idee dat ze zich ook onderdeel van onze gemeenschap voelen. We geven ze ook de kans om dingen te doen. Natuurlijk wonen hier in Cadier en Keer vooral ouderen, maar daarom gaan Fabian en Pascal, de twee confraters die hier in huis wonen, regelmatig naar Amsterdam. In onze vestiging daar gebeuren veel nieuwe dingen.”

Toch hebt u ook huizen moeten sluiten en dat is niet waarom u ooit missionaris bent geworden. Zijn de idealen die u had toen u intrad uitgekomen?
“Zeker, want ik heb ook altijd veel pastoraal werk gedaan. In Ghana was ik bouwpastoor. Mensen in Nederland kennen dat woord niet eens meer. Het was niet alleen een eer om daarvoor gevraagd te worden, het was ook een uitdaging met een grote verantwoordelijkheid. Volgend jaar bestaat de parochie die ik daar opgezet heb 50 jaar. Ik hoop er dan weer naartoe te kunnen gaan. En vergeet niet dat ik naast mijn bestuurlijke werk in Nederland ook zeventien jaar pastoor van de parochie van Bemelen ben geweest.”

U bent bij de S.M.A. gekomen in de hoogtijdagen van de jaren vijftig en zestig. U hebt allerlei ontwikkelingen in de Kerk en in de sociëteit meegemaakt. Is in die jaren de kern van de spiritualiteit van de S.M.A. veranderd?
“Wij zijn geen contemplatieve orde zoals de benedictijnen, maar een sociëteit van apostolisch leven. Onze spiritualiteit – als je dat al zo noemen kunt – is ons missionair elan. De primaire evangelisatie is altijd onze opdracht geweest en is dat nog steeds. In die zin is de S.M.A. van nu nog altijd dezelfde als toen ik intrad. De tijden zijn wel veranderd en daar moet je als sociëteit op inspelen. Onze nieuwe leden uit Afrika brengen nieuw elan. Ze zijn zich er ook heel erg van bewust dat dit hun rol is.” 

Bij het werk als provinciaal horen ook buitenlandse contacten en missiereizen. Hoe heeft u dat ervaren?
“Als provinciaal ben je verplicht om regelmatig visitaties te houden bij alle leden. Dat heb ik altijd graag gedaan. Zeker in de beginjaren, toen nog veel van onze mensen in Afrika werkten, was dat een hele onderneming. Een keer in de zes jaar is er ook een Algemene Vergadering met de provinciale-oversten en vertegenwoordigers van alle S.M.A.-provincies en districten. Die contacten heb ik altijd prettig gevonden. Je hoort dan hoe het er elders aan toegaat. In mei ga ik er voor de laatste keer naartoe. Aanvankelijk zag ik er wel tegenop, want ik ben inmiddels de oudste. Alle mensen van het eerste uur hebben andere functies. Tijdens zo’n Algemene Vergadering ontdek je dat de doelstelling van de S.M.A. overal hetzelfde is, of je nu in Europa woont of in Afrika. De middelen verschillen heel erg, maar uiteindelijk gaat het overal om het uitdragen van de boodschap en het welzijn van mensen.”

De laatste jaren zijn er meer buitenlandse paters naar Nederland gekomen. Dat was een bewuste keuze. Hoe denkt u over die ‘omgekeerde missie’?
“In Amsterdam is dat niet iets van de laatste jaren, maar kennen we dat al heel lang. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw zijn er veel Ghanezen naar Nederland gevlucht vanwege de grote armoede en de onstabiele politieke situatie in hun land. Enkele van onze paters vroegen zich toen af of wij niet iets voor hen moesten doen. Zo is het pastoraat onder West-Afrikanen in Amsterdam ontstaan. Daaruit is de All Saintsparochie gegroeid, die nu in Amsterdam-Zuidoost is gehuisvest. In het begin kregen we daarvoor priesters van het bisdom Cape Coast, maar enkele jaren geleden hebben we als S.M.A. die taak op ons genomen en zijn er confraters uit Ghana, Benin en de Filippijnen gekomen. Dat gaat heel goed. Zij vormen nu een nieuwe S.M.A.-communiteit. Zij hebben ook regelmatig contact met de andere leden van onze sociëteit die in Amsterdam wonen. Dus ik ben heel positief over die omgekeerde missie. Ik zie het ook niet als een nieuwe start, maar als een doorgaande beweging.”  

Wat gaat u doen als u geen provinciaal meer bent?
“Dat weet ik nog niet. Ik woon sinds een paar maanden weer in het Missiehuis, maar ik heb nog geen dag op mijn kamer gezeten. Ik ben altijd graag met fotografie bezig geweest en heb tientallen fotoalbums. Het is nog wel even werk om die te sorteren en te bepalen welke naar het archief van de S.M.A. moeten gaan. Ik heb ook nog wat boeken liggen die ik wil lezen en ik bezoek graag exposities, vooral in Museum Catharijneconvent in Utrecht. Als kind heb ik daar vlakbij op school gezeten, dus daar kom ik graag terug. Daar krijg ik nu meer tijd voor. Ik ben zeker niet bang voor het zwarte gat. Ik vind mijn weg wel.”

Steun de S.M.A.

Steun S.M.A Nederland en doneer!